Ministerie LNV op ramkoers over NVWA-tarieven – gewenste ‘rust en acceptatie’ wordt niet bereikt.

Het ministerie van LNV houdt zich niet aan de afspraken die zij met het bedrijfsleven maakte en voert nieuwe verhoogde tarieven in. Minister Adema negeert hiermee diverse oproepen om de tarieven nu niet te verhogen en de uitkomsten van het gezamenlijk programma af te wachten. Het vertrouwen van de brancheorganisaties in de land- en tuinbouw in eerlijke NVWA-tarieven is hierdoor tot het absolute nulpunt gedaald.

De activiteiten van de NVWA worden grotendeels betaald door de overheid. De minister van LNV bevestigde afgelopen jaar nogmaals in de Tweede Kamer dat toezicht houden een overheidstaak is, die door de overheid gefinancierd wordt. De NVWA verricht daarnaast ook wettelijk verplichte keurings- en certificeringswerkzaamheden. De kosten daarvan worden betaald door de bedrijven waar die werkzaamheden verricht worden; denk aan exportkeuringen voor biggen. Jaarlijks betalen de bedrijven daar samen zo’n 70 miljoen euro voor.
 

De discussie over welke kosten de NVWA bij de bedrijven in rekening kan, mag en moet brengen loopt al jaren. Bijvoorbeeld of reistijd van een NVWA dierenarts voor keuring meegerekend mag worden of niet. Naar verwachting doet de rechter hier eind 2022 of begin 2023 een uitspraak over.

In 2021 startte LNV daarom het Programma ‘Herziening Kostprijs en Tarieven NVWA’. Hier nemen POV en LTO aan deel. Doel van dit programma is om te komen tot inzichtelijke en aanvaardbare NVWA-tarieven voor de bedrijven. Het programma moet het volgende opleveren:

• Een transparante berekening van de kostprijs van de NVWA-werkzaamheden.
• Een heldere afweging welk deel van de kosten bij de bedrijven in rekening gebracht wordt.
• Duidelijke afspraken over efficiencyprikkels (hoe kunnen zaken efficiënter en goedkoper) voor de NVWA en doelmatigheidsbeloningen voor de bedrijven
• Waar nodig, nieuwe manieren om de kosten in rekening te brengen, zoals abonnementen in plaats van uurtarieven.

Het programma is eind 2021 gestart en zal naar verwachting tot medio 2023 lopen.
Voor de varkenshouderij gaat het met name direct om de kosten voor exportkeuringen.
Op dit moment kost 30 min exportkeuring op locatie € 214,20 (starttarief  € 116,60 (reis en administratiekosten) + keuringstijd locatie per 15 min € 48,80).
Met de nieuwe NVWA tarieven zou dit € 329,14 gaan kosten (respectievelijk € 217,36 + € 55,89 per 15 min).

Dat is een kostenstijging van meer dan 50%!

Maar indirect zullen ook varkenshouders de verhoogde kosten voor bijvoorbeeld slachterijen gaan merken. Dit allemaal in een tijd van hoge energiekosten en inflatie.

Tegen alle afspraken in wil de minister van LNV de uitkomsten van het programma niet afwachten en al per 1 januari 2023 nieuwe NVWA-tarieven invoeren.

Dit ondanks de brandbrief die de brancheorganisatie hebben gestuurd en de gesprekken die zijn geweest. Daarbij wil hij gebruik maken van de (nog niet afgeronde) nieuwe kostprijsberekening. En hij wil miljoenen euro’s aan meerkosten bij de bedrijven in rekening brengen.
De minister negeert daarmee herhaalde verzoeken van de gezamenlijke brancheorganisaties in de voedselproductie en van de Tweede Kamerfracties van VVD en D66, om het afgesproken programma geheel te doorlopen voordat nieuwe NVWA-tarieven worden vastgesteld.
Het Programma Herziening Kostprijs en Tarieven NVWA was bedoeld om acceptatie en draagvlak voor de tarieven van de NVWA te krijgen. Met de ramkoers die de minister nu kiest bereikt hij het tegenovergestelde.

De POV roept de minister op om de eerder gemaakte afspraken na te komen.

Naar overzicht